is Biobased bouwen duur?

Biobased bouwen: dat is op dit moment nog te duur toch? Een opmerking die we helaas nog te vaak horen, ondanks de gezamenlijk behaalde resultaten(zoals het biobased vergaderpaviljoen). Een mooie aanleiding om tijdens onze bouw workshop dieper in het kostenplaatje te duiken, samen met experts op dit gebied.
Hoe zit het nou écht met de kosten van biobased bouwen?

Biobased bouwen kan kostenneutraal

Carla Rongen is bouwbioloog van de HAN en heeft als missie om bouwen in balans te brengen. Hoe creëer je gezonde gebouwen met alleen die materialen die de aarde niet verder uitputten? Dit begint met anders leren denken en breder te kijken dan alleen naar de prijs per m2. Aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden en duidelijke go’s en no-go’s geeft ze een duidelijk pleidooi dat biobased bouwen nu al kostenneutraal kan. Biobased materialen kunnen bijdragen aan low-tech gebouwen, waarmee kosten bespaard worden. Een goed ontworpen dampopen en biobased gebouw zorgt voor een flinke faseverschuiving, waardoor gebouwen – van nature – beschermd zijn tegen hittestress in de zomer. En airco’s dus niet nodig zijn. Mooi om te noemen is bijvoorbeeld gebouw 22-26 in Oostenrijk. In dit gebouw is geen airco of verwarming aanwezig en toch is het er altijd tussen de 22 en 26 graden. En, na opschaling van de markt kan biobased bouwen zelfs goedkoper worden dan gangbare bouw!

“Het grootste CLT project in het Verenigd Koninkrijk is niet gebouwd vanuit de behoefte om biobased te bouwen, maar louter vanuit tijdwinst. Het gebouw werd opgeleverd in de helft van de tijd die voor gangbare bouw normaal is.’ 

Carla Rongen

Concurrend bouwen met hsb

Thijs Luijkx, beheerder van het platform www.watkostdebouwvaneenhuurwoning.nl heeft de kosten van 32 biobased sociale woningbouwprojecten onderzocht, ten opzichte van een aantal referentieprojecten van woningcorporaties. Zijn conclusies? Biobased bouwen kan al tegen een gunstig tarief. Sterker nog: met HSB kan relatief eenvoudig concurrerend gebouwd worden! Een hogere mate van prefabricage leidt tot verdere kostenverlaging. Helaas scoren de meeste projecten wel ondermaats als het gaat om MPG scores.

‘Ik spring op de bres voor HSB. De CO2 footprint voor HSB is echt vele malen gunstiger dan voor CLT. Die hogere MPG is een resultaat van o.a. te weinig referentieproducten in de MPG.’

Carla Rongen

Aanbevelingen: 

  • Kijk op programmaniveau en niet projectniveau en begin met het bouwen van houten eengezinswoningen en laagbouw 
  • Onderzoek eerst modulair bouwen, vooral binnenstedelijk
  • Gebruik meer biobased in de afbouw van HSB. Dat is ook gunstig voor de nu zo schijnbaar hoge MPG in de HSB projecten t.o.v. de benchmarkprojecten omdat deze nu nog vaak met gangbare (isolatie)materialen worden afgewerkt.
  • Overweeg houtbouw bij sloop-nieuwbouw en optoppen
  • Gebruik conventionele materialen op onderdelen waar de houtbouwoplossing duur is. Dus het is niet of-of!

Stro inblazen iets duurder

Sander Rutten van Building Balance duikt dieper in de details van het na-isoleren met stro: “Omdat stro zwaarder is dan veel andere materialen zijn extra gordingen nodig. En de vraag is wat dit met de business case doet. Vergeleken met gangbaar isoleren zit er veel extra tijd in het plaatsen van de extra gordingen, het timmeren van een bekisting om de doorvoerleidingen en het plaatsen van extra raggels (hoog op hoog op 300 in plaats van 600mm). Tegelijkertijd bespaar je de tijd om steenwolmatten op maat te snijden. De voorlopige conclusie is nu dat het inblazen van stro ietsje duurder is. Hoewel het inblazen minstens zo snel gaat als het snijden en plaatsen van wol, zitten de extra kosten vooral in de extra tijd benodigd voor het plaatsen van de gordingen en de raggels.”

‘Het lijkt het meest efficiënt om eigen gordingen te plaatsen die naast de bestaande gordingen het stropakket dragen.’

Sander Rutten

“De verwachting is wel dat het vaker toepassen van de techniek van stro inblazen de arbeidsuren uiteindelijk zal verlagen. Het gecertificeerd kunnen toepassen van deze techniek zal dan ook een belangrijke push-factor geven tot verdere kostenverlaging. Ik verwacht dat de complete certificering van zowel het product, het systeem als de verwerkers eind oktober kan worden afgerond.”

Brandveiligheid van biobased materialen

Om te voorkomen dat elk product in de brand moet worden gezet om op brandveiligheid getest te worden, heeft de timmerbranche een overzicht gemaakt van materialen die zij acceptabel vindt. Daarna is het idee ontstaan om op basis van karakteristieken en door het doen van kleine tests de materialen uit dit overzicht met elkaar te vergelijken. Concreet betekent dit dat met het doen van 20 testen van honderden wanden tegelijk kan worden vastgesteld of deze brandveilig zijn. Het Bureau Controle en Registratie Gelijkwaardigheid (BCRG) heeft nu een college van branddeskundigen opgesteld die de onderbouwing en de achterliggende testen beoordelen en op basis daarvan wanden als brandveilig zullen kwalificeren terwijl de eigenlijke test niet is gedaan. 

Eén volledige brandveiligheidstest kost ongeveer 1.000m3 gas, terwijl je meestal vooraf al weet wat er uitkomt. Dan is dit een slimme aanpak om te voorkomen dat je moet testen wat je al weet terwijl je daar flink wat CO2 voor moet uitstoten.’

Sander Rutten

Meer informatie over brandveiligheid: meld je aan voor het webinar

Building Balance publiceerde onlangs ‘Brandveilig biobased bouwen: unieke samenwerking zet vaart achter certificering‘, een artikel dat zeker de moeite waard is. Op 1 oktober deelt Building Balance de eerste testresultaten met brandveiligheidsadviseurs, HSB-bouwers en leveranciers van bouwmaterialen.

Meer informatie en aanmelden voor het webinar >

< Terug naar alle nieuwsberichten